Onderwijs in India is sinds 2010 verplicht voor kinderen tussen de 6 en 14 jaar. De overheid nam de beslissing om op die manier kinderarbeid tegen te gaan.
Een op vier kinderen in India zit nog steeds vast in kinderarbeid.
Hoewel er een verplichting is, wordt dit in realiteit niet afgedwongen en voor de armste gezinnen is dit ook niet haalbaar. Er zijn extra stappen nodig om kindslaven, kinderen met een beperking en meisjes uit traditionele stammen en lagere kasten te bereiken. Daarom is onze werking zo belangrijk. Door net deze groepen kinderen en hun gezinnen meer kansen te geven, kunnen we structurele verandering teweegbrengen.
Algemene verschillen
Openbaar onderwijs is in India technisch gezien gratis, maar de ouders moeten instaan voor inschrijvingsgeld, boeken, schooluniform en vervoer. Voor de vaak arme gezinnen is dit een te zware kost.
Daarenboven is het openbaar onderwijs van erg laag niveau, waardoor hun opleiding niet zal leiden tot betere job-kansen en uiteindelijk tot het doorbreken van de armoedecyclus.
Op een privé-school is de taal vaak Engels of leren kinderen Engels wat hun toekomstperspectieven aanzienlijk vergroot. Wij vinden het belangrijk om ook kinderen uit de armere lagen van de gemeenschap de kans te geven om naar een goede (privé-)school te gaan.
Kinderen zijn enkel verplicht om naar school te gaan tussen de 6 en 14 jaar. Daarna is onderwijs niet meer verplicht en hierdoor haken veel jongeren af. Hun kansen op een betere toekomst zijn beperkt met enkel een basisopleiding. Helaas worden kinderen van pas 15 jaar uit de armere gezinnen vaak aan het werk gezet en moeten ze de kosten van het gezin mee dragen.
Daarnaast begint en eindigt het schooljaar in India op andere tijdstippen.
In India kent men het begrip “grote vakantie” niet, maar er zijn wel lange vakantieperiodes die kunnen verschillen van staat tot staat.
Voor de meeste van onze Joy-kinderen begint hun schooljaar op 1 juni en eindigt midden april.
Onderwijssysteem
Het onderwijssysteem in India verschilt ook structureel van het onze.
De verschillen zijn afhankelijk van de regio, maar het grootste verschil is de structuur.
Het onderwijs bestaat uit drie graden:
Eerste graad
De eerste graad is vergelijkbaar met ons lager onderwijs, namelijk van het eerste leerjaar tot het 6e leerjaar. In India is dit ‘1st Standard’ tot ‘6th Standard’. Ook wel Primary School genoemd. Daarna telt men in India gewoon verder. Wat bij ons het eerste middelbaar wordt, is in India ‘7th Standard’. Dit is nog steeds Primary school.
De eerste graad loopt verder tot ‘8th Standard’, of vergelijkbaar met het 2e middelbaar bij ons. Vanaf het 8e jaar zit je in Lower Secundary School, ook wel High School genoemd.
Tweede graad
Daarna gaan ze over naar de tweede graad, of secundair onderwijs.
Dit zijn ‘9th Standard’ en ’10th Standard’, vergelijkbaar met het 3e en 4e middelbaar bij ons. Ze zitten dan nog steeds in Lower Secundary School.
Na het 10de jaar (bij ons het 4de middelbaar) zijn de leerlingen verplicht deel te nemen aan het staatsexamen of ‘State Board Exam’ (of Board Exam van de Council for the Indian School certificate Examinations) en krijgen ze geen rapport van hun 10de jaar.
Wanneer ze geslaagd zijn krijgen ze een ICSE (Indian Certificate of Secondary Education) certificaat. Er worden geen punten meegedeeld op het certificaat.
Wie slaagt kan verder gaan naar de pre-university course (PCU). Ook wel Higher Secundary School genoemd. Dit zijn ’11th Standard’ en ’12th Standard’, of vergelijkbaar met het 5de en 6de middelbaar. Soms wordt dit ook, afhankelijk van staat tot staat, geschreven als ‘PCU 1’ en ‘PCU 2’ of Plus 1 (+ I) en Plus 2 (+ II).
Dit is een tweejarige algemeen vormende opleiding, waarbij de jongeren een bepaalde richting/vakkenpakket kunnen kiezen in functie van hun beroepskeuze of verdere studies.
Op het einde van het 12de jaar is er opnieuw een staatsexamen en kunnen ze kiezen om hogere studies te doen. Dat is dan ook het einde van de tweede graad.
De leerjaren worden vaak in Romeinse cijfers geschreven: 1e jaar = I ; 2e jaar = II ;
3e jaar = III ; 4e jaar = IV ; 5e jaar = V ; 6e jaar = VI ; 7e jaar = VII ; 8e jaar = VIII ; 9e jaar = IX ; 10de jaar = X ; 11de jaar = XI / + I / PCU I ; 12de jaar = XII / + II / PCU II.
Derde graad
Als de jongeren geslaagd zijn voor hun tweede staatsexamen, kunnen ze aan de hogeschool of universiteit studeren. Dit is de derde graad.
Het hoger onderwijssysteem is vooral gebaseerd op het Engelse systeem. Er zijn een beperkt aantal universiteiten in India, waardoor 80% van de studenten studeert aan een hogeschool die geassocieerd is met een van de erkende universiteiten.
De lengtes van de opleidingen zijn verschillend.
Een universitair bachelor diploma is 3 jaar. Een universitaire opleiding in technology en engineering is 4 jaar. Daarna kunnen ze nog een master behalen die nog eens twee jaar duurt. Ten slotte is een doctoraat nog eens 5 jaar studeren, nadat ze een master hebben behaald.
Beroepsopleidingen
Kinderen die minder goed scoorden op hun staatsexamen van het 10de jaar of van het 12de jaar, hebben nog steeds de mogelijkheid om deel te nemen aan beroepsopleidingen. Deze worden georganiseerd door gespecialiseerde privé-scholen. De opleidingen leggen vooral de focus op het vinden van werk en hebben een uitgebreid aantal vakken. De examens worden afgenomen door een nationaal bureau. Meer informatie kan je vinden op deze website.
Er zijn uiteraard ook studenten die slaagden voor het staatsexamen, maar niet verder studeren voor de pre-university course of aan de hogeschool of universiteit, maar kiezen voor een beroepsopleiding.
Ook kan een student ervoor kiezen om het 10de of 12de jaar opnieuw te doen indien ze niet slaagden voor het staatsexamen.
Uitdagingen
Op onderwijsvlak staat India voor grote uitdagingen. India heeft het grootste aantal jonge mensen op de wereld, namelijk 600 miljoen jongeren onder de 25 jaar.
Het onderwijssysteem is niet voorzien op het opvangen van al deze jonge mensen. Daarnaast zijn ook de hogere graden niet voorzien op de doorstroom van steeds meer studenten.
Naast te weinig basisfaciliteiten, zijn er ook te weinige opgeleide leerkrachten. Hierdoor krijg je een groot aantal privé-opleidingen die overal uit de grond springen, waarbij er weinig toezicht is op de kwaliteit van het onderwijs. Het gevaar bestaat erin dat onderwijs steeds duurder zal worden, waardoor de armere bevolking opnieuw in de kou zal blijven staan.
Om al deze jongeren een job te geven, zou het land jaarlijks zo’n 10 miljoen nieuwe jobs moeten creëren tot 2030 om de groei te kunnen bijhouden. Dit zorgt voor een enorme werkloosheid bij jongeren en kan in de toekomst grote problemen geven en het land terug achteruit duwen.
Ten slotte krijgt India te maken met een grote uitstroom van geschoolde jongeren, ook wel brain drain genoemd. Vooral de hoger geschoolde jongeren verlaten het land op zoek naar betere toekomstperspectieven. Maar ook binnen het land is er een enorme uitstroom van jongeren naar de steden. Waardoor de afgelegen gebieden steeds armer worden.
Voor een volledig overzicht van de problematiek met bijhorende onderzoeken kan je deze link raadplegen.
Onze werking
Onze lokale partners beslissen welke kinderen nood hebben aan steun.
Zij hebben sociaal werkers ter plaatse die de kinderen opvolgen. Wanneer de ouders gezamenlijk minder dan 15.000 Indische roepies of ongeveer 170 euro per maand verdienen, komt het kind in aanmerking voor financiële steun.
Normaal gezien zal een kind steeds hulp ontvangen tot het afgestudeerd is en het laatste staatsexamen afgelegd heeft. Wanneer een kind dan graag verder wil studeren, laten we de steun verder lopen, tenzij je als Joy-ouder beslist om niet verder te doen. Op die manier krijgen de kinderen de kans om een hoger diploma te behalen.
Voor wie een kind steunt en een rapport ontvangt, hebben we een handig overzichtsdocument gemaakt van alle graden en afkortingen.